[Vertaald naar het Nederlands door
Geert Coppieters, 'Katterij
Nevartis'.]
Door Dr. Alex Kolesnikov, PhD in moleculaire genetica,
Sibaris cattery, Rusland. (Herdrukt met toestemming)
Deel
I.
De bespreking,
die momenteel overal aan de gang is over de toekomst van het
Siberische ras, de pagina's uit dit magazine (Droug, A.K.)
inbegrepen, heeft het bestaan aan het licht gebracht van
belangrijke tegenstellingen binnen de gemeenschap van de
liefhebbers van de beroemde Russische inheemse kat. Naast
deze tegenover elkaar staande meningen, is het meest
verontrustende het feit dat vele leden van deze gemeenschap
geen duidelijke zienswijze hebben over hoe dit ras tot stand
zou zijn gekomen. Waarom is dit zo belangrijk?
In vliegtuigen
zijn er geen noodremmen toegestaan. Biologische evolutie
laat evenmin "bushaltes" toe om even oponthoud te hebben en
straffeloos te ontspannen. Een evolutionaire "halte" mondt
vaak uit in steile en moeilijk te overwinnen achteruitgang.
Dit geldt voor natuurlijke evolutie en nog meer voor de
kunstmatige.
Gebrek aan kennis
van enkele biologische basisprincipes, andere dan toegepaste
genetica voor vachtkleur, kan een fokker zuur opbreken. Het
gaat des te meer op, ingeval van jonge rassen welke
opmerkelijke inspanning vergen ter stabilisatie van het type
van kat. In dit doolhof gevangen, overspoelden een aantal
fokkers alsook kattenkeurmeesters hulpbronnen op het
Russische internet en de media van gedrukte pers, met hun
meningen aangaande het Siberische ras, welke vaak enig
felinologische inhoud missen, maar vol emotie en
vingerwijzing zijn. De energie en halsstarrigheid van deze
individuen zou beter aangewend worden voor een aantal
andere, meer gerichte en vreedzamer doeleinden.
Het is in feite
moeilijk om zich te ontdoen van de gedachte dat, in het vuur
van de emoties, geen van deze personen nog aan de katten
denkt. In dit artikel zou het beter zijn om heel dit
meningsverschil opzij te zetten en zich te concentreren op
de eerste en voornaamste zaak van de fokker: de katten zelf.
De laatste
decennia horen we, helaas, al te vaak het woord "Rode Boek",
"uitstervend ras" enzovoort. De natuurlijke evolutie op
Aarde wordt steeds meer vervangen door de antropogene. En
dit proces zal hoogstwaarschijnlijk niet meer omkeerbaar
blijken, tenminste in de voorziene toekomst. Een kras
voorbeeld van antropogene evolutie wordt geboden door de
domesticatie en de verspreiding van de kat. Een voldoende
brede bevolking van huiskatten met gemeenschappelijke
fenotypen die in gelijkaardige milieuomstandigheden leven,
kan potentieel aanleiding geven tot zogenaamd "inheems" of
"inlands" ras. Hiervan uitgaande, kan men stellen dat het
niet al te moeilijk is om zulk nieuw ras te scheppen.
Vermoedelijk beschikt zulke populatie over rijk genetisch
materiaal, gedurende decennia en misschien zelfs eeuwenlang
bewaard gebleven, deels door natuurlijke en gedeeltelijk
door menselijke selectie. In een kattengemeenschap van dit
type, zijn de verschillen tussen de vertegenwoordigers klein
genoeg om een zeker "type" te identificeren, wat nodig is om
verder te ontwikkelen, zijn karakteristieke eigenschappen in
de verf te zetten, het wezen van de beruchte E Pluribus Unum
trachten te ontdekken, om zo niet het gedistilleerde
"huiskamer"-ras te creëren, maar wel het echte, "wilde"
dier...

Moderne Siberische kat
Niettemin kan
deze manier heel wat moeilijker zijn dan op het eerste
gezicht lijkt. In werkelijkheid weerspiegelen fenotype (of "type-")
overeenkomsten in natuurlijke kattenpopulaties niet
noodzakelijkerwijze een hoog niveau van identiteit tussen
genotypen van katten. Het overheersen van een zeker stabiel
reproduceerbaar fenotype in een kattenpopulatie, wijst er
niet noodzakelijk op dat, mits actieve kunstmatige selectie
bij een deel van deze populatie, deze stabiliteit bewaard
zal blijven en dan makkelijk omgeleid wordt in de richting
van gewenste veranderingen.
De basis van een
inheems ras is door de meerderheid van felinologisten
bepaald als het product van de spontane selectie in de
geïsoleerde synantrope populatie met gemeenschappelijk
fenotype. Slechts bij kattenpopulaties die groot genoeg zijn
en voor langere tijd relatief geïsoleerd zijn (vele
decennia, of, beter nog, eeuwen) is het genotype eveneens
gestabiliseerd. Enkel zulk een populatie kan zonder
bovenmatige moeilijkheden veranderd worden in een inheemse
soort.
De rol van
kunstmatige selectie voorafgaand op de vorming van een
inheems ras kan zowel verwaarloosbaar (Norwegian Forest Cat,
Maine Coon) als opmerkelijk zijn (Korat). Deze laatste
worden in hun thuisland beschouwd als "gelukskatten" en
zelfs bijna als heilige dieren. De weg naar stabilisatie van
de populatie is dus onbetekenend, enkel een lange periode
van om het even welke vorm van stabiliserende selectie van
eender welk type is vereist, om tot een homogeen genotype te
komen.
Toch is, vanuit
het standpunt van genetici, om het even welke populatie van
synantrope katten veel meer verscheiden, om niet te zeggen
chaotischer dan de "normale" biologische soort. Niettemin
gehoorzaamt een dergelijke populatie aan algemene
biologische wetten. Kennis van deze regels en patronen
gedurende de creatie en ontwikkeling van het ras, kan een
beweging in de verkeerde richting helpen vermijden, welke
een fokker naar een doodlopend steegje zou kunnen leiden
(zelfs eentje zonder straatkatten - A.K.).

Moderne Siberische kat
Vorming van het
genotype van de populatie (bijvoorbeeld de som en de
verspreiding van alle genen van de populatie) is omschreven
in de overeenkomst van een gedeelte van de genetica, de
genetica van de populatie. Kennis van de basisprincipes van
deze discipline zou een welkome hulp zijn voor de deelnemers
aan de discussie over Siberen en Neva Masquerade indien zij
werkelijk geïnteresseerd zouden zijn in het ontrafelen van
de oorsprong van het probleem.
Laat ons
aanvangen bij de eerste beginselen. Waar het "Siberische"
fenotype vandaan komt, wat is een Siberische kat nu, en wat
willen we er in de toekomst in zien?
Sommige
felinologisten nemen aan dat een zekere archetypische kat in
het verleden het voorvaderschap vormde van vele, zo niet
alle halflangharige en langharige katten. Deze laatste
werden onderworpen aan intensieve kunstmatige selectie. Men
kan wel stellen dat de vacht van echt langharige katten
zoals Perzen, waarschijnlijk het resultaat is van langdurige
kunstmatige selectie. Het is moeilijk aan te nemen dat de
vacht van Perzen aan de wilde of halfwilde katten enig
voordeel zou verlenen gedurende natuurlijke selectie. Een
dichte, halflange mantel, onderworpen aan
seizoensveranderingen, is nogal verschillend in termen van
selectief voordeel onder natuurlijke omstandigheden.
Vanzelfsprekend was de menselijke beschaving twee eeuwen
geleden absoluut verschillend van hoe die nu vastgesteld
wordt en speelden factoren der natuur in de evolutie van
gedomesticeerde dieren een veel grotere rol. Algemeen
aanvaarde voorouder van de huiskatten is de Afrikaanse wilde
kat, Felis lybica. Gezien de verschillen tussen katten van
Middenoostelijke oorsprong en klassieke kortharige katten,
welke directe afstammelingen zijn van Egyptische katten, en,
juist daarom, van Felis lybica, en in mindere mate ook van
Felis chaus, (jungle kat), kan men er van uit gaan dat
halflangharige katten in het Midden-Oosten een aanzienlijke
hoeveelheid genetisch materiaal verwierven van andere
katten. Het is onwaarschijnlijk dat kenmerken zoals
vachtstructuur en lengte, robuust gebouwd lichaam en enkele
andere fenotype elementen, op een tijdsspanne van
verschillende eeuwen bij katten in het Midden-Oosten gaan
evolueren.
Een wilde boskat,
Felis silvestris, of om precies te zijn, diens ondersoorten,
zijn de meest voor de hand liggende kanshebbers om hiertoe
bijgedragen te hebben. Tussen haakjes, het mag genotuleerd
worden dat dierkundigen meer dan 20 ondersoorten van F.
silvestris tellen. De best gekende is de Europese wilde kat,
wiens rol bij de evolutie van huiskatten in Europa doorgaans
wordt ontkend. Hoe dan ook, beperkt de leefomgeving van de
wilde boskat zich niet tot Europa, maar omvat het ook het
Midden-Oosten, Turkije, de Kaukasus en gedeeltelijk zelfs
meer oostelijke gebieden zoals Iran. Sommige uiteenlopende
ondersoorten van de F. silvestris leven ook in Indië en
zelfs in Tibet.

Felis silvestris - Europese wilde kat
Het leefgebied
van de Midden-Oosten ondersoorten overlapt diegene van de F.
chaus en F. lybica eveneens. Het is in dit gebied dat de
grootste concentratie van oude langharige (LH) en
semilangharige (SLH) katten (Turkse Angora, Turkse Van in
Turkije en LH katten in Iran) zich bevindt. Dit terrein kan
beschouwd worden als bakermat voor de LH en SLH katten.

Felis lybica - Afrikaanse wilde kat
De ondersoort van
de wilde boskatten in het Midden-Oosten staat gekend als
Felis silvestris caucasica. Zijn vacht is dicht en omvat een
goed ontwikkelde ondervacht tijdens de winter. En dat is
niet zo verrassend. Barre winters zijn niet zeldzaam in de
bergen van Caucasus Minor, noch in de hooglanden van Turkije
en Iran. Veel van deze territoria liggen hoger dan 1500
meter boven zeespiegel en gedurende de winternachten kan de
temperatuur er dalen tot min 30º Celsius. De
winterwindsnelheden lopen in deze regio ook hoog op. Aan de
andere kant is de zomer dan weer zeer heet en droog

Felis silvestris caucasica

Felis Silvestris Caucasica - foto genomen door een Russische
felinologist in Armenië
Dat is de reden
waarom F. silvestris caucasica een halflange pels bezit met
dichte ondervacht, waarvan de haren tijdens warme periodes
verruien. Zoals we op de foto kunnen zien, wordt de F.
caucasica gekenmerkt door een gespierd, cilindrisch lichaam,
een afgeronde kop met een stompe snoet en zichtbare maar
niet uitgesproken overgang van relatief aflopend voorhoofd
tot neus, redelijk korte, massieve poten en relatief korte
staart. Met andere woorden... het doet veel denken aan...
inderdaad, het Siberische ras. Is dit per ongeluk een
toeval?
Hoogstwaarschijnlijk is het dit niet. Een anekdote ten tijde
van de Sovjets komt naar boven, over de kruimeldief die
onderdelen stal uit de wapenfabriek, waar ook fietsen, of
waren het andere gemeenschapsgoederen, werden gemaakt...
doet er niet toe... in de hoop iets ineen te kunnen flansen
dat thuis kon gebruikt worden, maar telkens hij het
probeerde - verkreeg hij Kalashnikovs... Laat hem maar
buiten beschouwing, want deze eenvoudige anekdote dient best
ter illustratie voor de basis van genetische grondstellingen
en verwijst tevens naar de hele zaak die ter discussie
staat.
Hoe de genen die
een lange vacht bepalen, precies opdoken bij de populatie
van huiskatten, is niet geweten. Maar het is niet van
bijzonder belang of wilde SLH katten onafhankelijk
gedomesticeerd werden, dan wel of katten gemigreerd uit
grote gedomesticeerde centra in Egypte en Asia Minor tot het
Oosten, het vereiste genetische materiaal onderweg van wilde
katten verwierven. Belangrijk is, dat als resultaat, de
Siberische kat een duidelijk identificeerbaar fenotypisch
prototype heeft; waarschijnlijk is dit de Oosterse
ondersoort van de Europese boskat die zich in de streek van
de Kaukasus en Asia Minor lokaliseert.
Hoewel de pels
van de European forest cat niet echt als volstrekt "kort"
bestempeld kan worden, en moeilijk vergeleken kan worden met
de dichte, harde vacht van de F. silvestris caucasica, is de
kneedbaarheid van de wilde kat interessant genoeg zo hoog,
dat in de bergachtige gebieden van Europa, met name de Alpen
en de Pyreneeën, de lengte van de vacht van wilde boskatten
groeit, in vergelijking met de "klassieke" Europese wilde
kat (zie foto).

Europese wilde kat
Men kan zich de
manieren voorstellen waarop het fenotype van halflangharige
katten zich verder verspreid heeft van de Caucasis - Asia
Minor regio naar het Oosten, zich hierbij herscheppende in
synantrope dieren. In tegenstelling tot het Europa tijdens
de Middeleeuwen, waren de gebieden van Asia Minor en
Kaukasus van de 7de tot de 14de eeuw "in volle bloei". Een
kat is in de Moslimlanden een dier dat geliefd is, indien
niet zelfs heilig. Daarom is het geoorloofd om aan te nemen
dat katten zich van de Perzische en Arabische wereld, en
later ook vanuit Turkije, geholpen door kooplieden, naar
oostelijke en noordoostelijke richting verspreidden. En zij
leken waarschijnlijk heel erg op de moderne SLH katten in
Rusland. Als aanvullend bewijs van deze theorie is er het
bestaan van de Bukhariaanse kat, nu bijna geheel vergeten in
Rusland, welke felle gelijkenis vertoont met zowel de
moderne Sibeer als de Kaukasische boskat. Op dusdanige
wijze, samen met de Moslimbevolking en de kooplieden naar
het noordoosten migrerend, bereikten archetypes SLH katten
eerst de streken van Centraal-Azië en Kazachstan en vandaar
Volga en Zuid-Siberië. En daarna verspreidden de SLH katten
zich verder naar Siberië en Europees Rusland. Waarschijnlijk
steeg de alternatieve toevloed van katten uit Europa naar
Rusland, nadat de Russen zich bevrijd hadden van de Tartaar
Yoke. Maar, dit geschiedde niet eerder dan tijdens de 15de
of 16de eeuw..
Dus, kenmerkende
eigenschappen van de Kaukasische boskat, welke het toelieten
te overleven in een continentaal klimaat, met barre winters
in de bossen van de hooglanden, speelde een aanzienlijke rol
in de standaard van de moderne Sibeer. En dat is waarom het
behoud van deze kenmerken, het benadrukken en de eenmaking
van deze kenmerken in het Siberische ras de meest
verstandige manier zou zijn bij de verdere ontwikkeling van
het ras.
Momenteel is F.
silvestris caucasica een bedreigde soort die in het Rode
Boek van de Russische Federatie opgetekend staat. Het is
eveneens in Armenië onder bescherming van de staatswet
geplaatst. Dit feit, wat niet rechtstreeks gelinkt kan
worden tot het onderwerp dat ter discussie staat, wordt
aangehaald om reden van u opnieuw te kunnen wijzen op het
probleem van het gedrag van een populatie tijdens het proces
van natuurlijke evolutie, zowel tijdens het beginproces als
de ontwikkeling van het ras. Wanneer wordt een soort als
bedreigd beschouwd? Dit gebeurt wanneer het bevolkingsaantal
daalt tot slechts een aantal duizend dieren. Bij dit punt
aangekomen, komt het lot van een populatie onder invloed van
omstandigheden die abrupt de manier van natuurlijke selectie
kan veranderen. In populatiegenetica worden zulke processen
gedetermineerd als "genetische drift" en "flessenhalseffect"
(ook wel "bottleneck effect" genoemd).
Deze processen
kunnen nopen tot een vervanging van het kenmerkende
populatiegenotype door volkomen verschillende kenmerken,
welke bij de initiële populatie slechts beperkt aanwezig
waren. Bij een kunstmatige selectie binnenin een kleine
populatie met ongekend genotype, is het zeer lastig het
selectieresultaat te voorspellen en, hiermee gepaard gaande,
is het ook moeilijk om gewenste stabiele veranderingen in
het fenotype te verkrijgen. Met andere woorden, hoe hoger de
omvang van genetische diversiteit, dat in een kleine
populatie ter selectie genomen wordt, des te lager is de
kans dat dit met succes zal "leiden" naar het verlangde
fenotype.
Dit betekent dat
er, gedurende de selectie, naar bijvoorbeeld een vachtkleur,
andere ongewenste veranderingen in het fenotype kunnen
plaatsvinden. Dit kunnen veranderingen zijn in de lengte van
de poten, de vorm van de kop, bevestiging van de eerdere
aanleg tot een erfelijke ziekte, en andere. En de kansen
voor zulke ongewilde gevolgen stijgen, naarmate de grootte
van de populatie daalt en bij elke generatie die geboren
wordt in zulke populatie die afgesneden is van de
oorspronkelijke genenpoel.
Laten we tot slot
eens bekijken hoeveel Siberen van goede kwaliteit er op dit
moment actief deelnemen aan selectie, in Rusland en landen
uit ex-USSR? Ruwe berekeningen, met behulp van het internet
gemaakt, tonen aan dat het aantal van deze dieren niet hoger
ligt dan anderhalf tot twee duizend. Bovendien, als men in
beschouwing neemt dat een groot deel van hen niet eens de
theoretische mogelijkheid heeft om met elkaar te paren, en
vele subpopulaties van de Siberen in hoge mate uit inteelt
voortkomen, ziet de situatie er des te zorgwekkender uit.
Hoewel de Siberische kat niet onmiddellijk met uitsterven
bedreigd wordt, is de kwaliteit van de kruising in hun
populatie, vanuit het oogmerk van de aangestipte genetische
voorwaarden en doelbewuste verbetering van het ras, op het
niveau aanbeland dat kenmerkend is voor de
aller-gevaarlijkste situatie, zoals beschreven in het Rode
Boek. Dat biedt stof tot nadenken, nietwaar?

Moderne Siberische kat
Einde van het
eerste deel.
Ondanks de
subjectieve ondertoon in de laatste 2 delen, is deze studie
opnieuw actueel, temeer nu ook de FIFé als laatste
internationale kattenvereniging in 2008 eindelijk de
erkenningprocedure voor de Neva Masquerade als zusterras en
Siberische kleurpunt variant heeft ingezet!
We schetsten
hier verleden en heden van de Siberische kat en bespraken
algemene problemen aantroffen bij de ontwikkeling van
inheemse rassen te beginnen bij "wilde" populaties.
In het tweede
deel richten we onze aandacht rechtstreeks op de situatie
van de Neva Masquerade katten, hun verhouding tot het
Siberische ras, hun oorsprong enz., waarop we de onderwerpen
toepassen die besproken werden in deel 1.
© 2003 A. Kolesnikov, Moskou, Rusland (vertaling van een
Engelse versie van een origineel Russisch artikel
gepubliceerd in het Russische Katten Magazine "Droug" in
january 2003. Het originele artikel maakt gedeeltelijk
gebruik van andere illustraties).
Copyright 2012 © Siberische Kat Info. All Rights Reserved. Disclaimer
|